Boute Ecologie Water & Advies
 
   
   

  Welkom
  Contact
  Werkvelden
  Projecten (historie)
  Schaapsloopven Valkenswaard
  Waterkwaliteit: Onderzoek relatie bestrijdingsmiddelen en macrofauna in de Rijnbeek (Venlo): TRIADE-benadering
  Beheerplan Watergangen Waterschap Aa en Maas
  natte natuurparel Sang en Goorkens
  natte ecologische verbindingszone Spruitenstroompje (Esbeek; Hilvarenbeek)
  Inrichting Poppelsche Leij en Rovertsche Leij Landgoed Breedijken (Goirle)
  Ecologische inrichtingsvisie Boven-Slinge
  Herstel Heukelomse beek en natuurontwikkeling
  IJzeren Man Water- en uitvoeringsplan
  Gemeentelijk Rioleringsplan Heerlen 2006-2010
  Stadswateren
  Waterkwaliteit
  Evaluatienota Volkerak/Zoommeer
  Volkerak/Zoommeer aanpassen natuurstreefbeeld
  Reuseldal: integraal beekherstel
  Bedrijfsidee en Ondernemingsplan
  CV en samenvatting
  Lopende projecten
  Zakelijk en Links
  Boute ecologie water & advies - Inrichting Poppelsche Leij en Rovertsche Leij Landgoed Breedijken (Goirle)

Binnen het project Landgoed Breedijken is een onderbouwing gemaakt van de inrichting en inpassing van de Poppelsche Leij en Rovertsche Leij. De notitie is hier opgenomen

 

De Breedijken
 
Notitie inrichtingsaspecten Poppelsche Leij binnen Landgoed De Breedijken
 
Opsteller: Martin Boute en André Beerendonk (Taken Ecologie en Landschapsarchitectuur Roermond)
 
 
Achtergrond, aanleiding, probleemstelling
Zie onder andere het bestemmingsplan Buitengebied De Breedijken en afspraken uit het overleg van 25 juli jl. bij Crijns Rentmeesters bv te Someren.
 
Doelstelling
Doelstelling van deze notitie is het geven van een onderbouwing voor de (her)inrichting van de Poppelsche Leij binnen het project “Landgoed De Breedijken” met nadruk op het inpassen en inrichten van een vloeiveld. Hierbij zijn de waterdoelen bepalend. Het nieuwe landgoed wordt doorsneden door een tweetal beken zijnde: de Rovertsche Leij en de Poppelsche Leij. Deze beken komen voorbij het landgoed samen tot de Leij. Hier is nu het natuurontwikkelingsproject "De Vloeder" uitgevoerd.
 
Belangrijke aspecten, overwegingen en onderbouwing
De Waterdoelen voor de Poppelsche Leij zijn: beekherstel (waternatuur), natte ecologische verbindingszone, waterberging, antiverdroging en waterkwaliteit. Het landgoed ligt in de GHS-landbouw en in een extensiveringsgebied voor natuur. Het landgoed grenst aan natuurontwikkelingsgebieden die onderdeel zijn van de EHS (Natte Natuurparels). Hieronder wordt kort ingegaan op hoe de verschillende waterdoelen naast aspecten als landschappelijke inpassing en cultuurhistorie worden ingevuld met de inrichting van de beek en omgeving.
 
Kenmerken van de beek
In zijn oorsprong vormde de Poppelse Leij een overloop van een serie van verschillende vennen en moerassen aan de rand van de Regte Heide. De Regte Heide is gelegen op een ongeveer 1 km brede dekzandrug, die de waterscheiding vormt tussen de Oude Leij (de bovenloop van de Donge) en de Poppelsche Leij. De beek heeft in het verleden nooit gemeanderd (hooguit licht geslingerd) en is naar de flank van het beekdal verlegd. Het water werd daarmee opgeleid en kon worden ingezet voor de watervoorziening van een watermolen. Deze watermolen wordt voor het eerst vermeld als de watermolen op de Wachtelberg in de akte uit 1331, die de uitgifte van de gemeijnt aan Hilvarenbeek betrof. In 1623 wordt de molen voor het eerst uitvoerig omschreven als een dubbelmolen van het onderslagtype bestaande uit een Korenmolen en een Olieslagmolen. De watermolen was gebouwd op de Leij; de beek die ontstaat uit het samenvloeien van de Poppelsche Leij en de Rovertsche Leij. Naast de opgeleide beek was er ook nog een waterlossing gegraven vanaf de Krombeemden om vooral de Olieslagmolen periodiek van extra water te kunnen voorzien.
 
Rondom het punt waar de beken samenkomen, is een beekoverstromingsvlakte ontstaan. Het nieuwe landgoed De Breedijken ligt voor een groot deel in deze beekdalen, juist tegen de overstromingsvlakte aan. De beek heeft anno 2007 een behoorlijke dynamiek: van een gemiddelde afvoer van ongeveer 300 l/s tot maximale waarden van enkele kuubs per seconde.
 
De oorsprong van de Poppelse Leij ligt in België en de beek heeft een permanente watervoering met een, ondanks dat de beek is opgeleid, behoorlijke stroomsnelheid voor een middenloop van een laaglandbeek. De beek ter hoogte van het plangebied is diep ingesneden, heeft een symmetrisch profiel met steile oevers (1:1) en kent weinig variatie in structuren en stroming.  
  • Waterdoel beekherstel: in het algemeen is beekherstel een integrale maatregel voor herstel van zowel de aquatische als indirect de (semi-)terrestrische gemeenschappen. Gezocht moet worden naar een meer natuurlijke inrichting van de waterloop die past bij de eigenschappen van de beek (zie hiervoor) en de historische loop in combinatie met maatregelen die het water vasthouden in het stroomgebied (waterretentie) om verdroging in natuurgebieden en wateroverlast voor boeren (benedenstrooms) tegen te gaan. Effectieve maatregelen voor de Poppelsche Leij zijn ophoging van de beekbodem waardoor de drainerende werking vermindert en het doorvoeren van (een lichte) slingering binnen de huidige beekbedding (“micromeandering”) in het lengteprofiel. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de doelen van de beek (gewenste stroming en variatie, processen (uitschuring, afzetting), morfologische variatie, doelsoorten), maar de rechte en opgeleide beek blijft herkenbaar in het landschap. Als sprake is van een (te) klein debiet in verhouding tot de stroomsnelheid kan het profiel enigszins geknepen worden om een meer permanente watervoering en hogere stroomsnelheid te bewerkstelligen. Door een gewijzigd onderhoud, waaronder het deels laten staan van de watervegetatie, kan een opstuwing van > 20 cm en daarmee waterconservering worden verkregen. Naast waterconservering zorgt ecologisch maaibeheer voor verstrooiing van de stroomdraad met meer variatie als gevolg.
    Het natte profiel van de beek wordt gedimensioneerd op de gewenste stroomsnelheid (10-50 cm/s) bij de basisafvoer. Het beekmilieu profiteert door een grotere variatie in stroomsnelheden (zowel in het dwarsprofiel als in het lengteprofiel) en dito substraatsamenstelling – en diversiteit, en oeverstructuren. Uiteindelijk resulteert het in een afwisselende en diverse levensgemeenschap gebonden aan het beekmilieu. Bij afvoeren die de ´full bank” situatie overschrijden wordt een vloeiweide aan de zuid(oost)zijde van de beek voor waterberging en –conservering gebruikt. Dit heeft tot gevolg, dat het water op een natuurlijke manier langer in het gebied blijft en dat daarmee wateroverlast en verdroging worden tegengegaan. 
  • Waterdoel natte ecologische verbindingszone: doelsoorten van de natte evz zijn libellen, vlinders en amfibieën. Naast beekherstel past een vloeiweide met inrichtingselementen als de verhoogde elzensingels, die op korte afstand van de beek en van elkaar liggen, als stapsteen en leefgebied goed binnen het concept van de natte evz. Een deel van het landgoed ligt in een natte evz (geprojecteerd langs de Poppelse Leij) en is een belangrijke schakel tussen natuurkerngebieden als de Krombeemden, Egelsbroeken, Regte Heide en landgoed Gorp en Roovert.
  • Waterdoel waterberging, overtollig water vasthouden: de vloeiweide heeft een omvang van circa 5 hectare en is zo vormgeven, dat water lang kan worden vastgehouden, infiltreert en uiteindelijk sterk vertraagd afstroomt naar de beek. De elzensingels die dwars op de beekloop zijn gesitueerd, zijn naast een belangrijk inrichtingselement voor flora en fauna van belang bij het vasthouden en vertragen van het water in de vloeiweide. Grofweg kan per overstromingsgebeurtenis minimaal 50.000 m3 water tijdelijk of voor langere tijd geborgen worden. Een deel van dit water zal infiltreren naar het grondwater. Het betreft hier lemig fijn zand (vnl. beekeerdgronden) met ondoordringbare leemlagen in de ondergrond.
  • Waterdoel waterkwaliteit. Het water van de Poppelsche Leij is voedselrijk met vooral hoge concentraties nitraat. Daarnaast overschrijdt een aantal zware metalen de norm voor de bescherming van het ecosysteem (MTR). Met name nikkel is een probleemstof. In relatie tot de ontwikkeling van natuurwaarden van de vloeiweide wordt als doelstelling nat hooiland of bloemrijk grasland gekozen. Als de overstroming alleen in de wintermaanden plaatsvindt, is de negatieve invloed op de ontwikkeling van de vegetatie klein. In hoeverre de kwaliteit van het bevloeiingswater een negatieve invloed heeft op de standplaatscondities voor de gewenste doelstelling als de frequentie van overstroming toeneemt (ook in voorjaar) moet uitgezocht worden. Belangrijk is daarbij het slibgehalte van het water met de daaraan verbonden verontreinigingen. 
  • Inrichting. Bij de inrichting van de vloeiweide met de functie van waterberging wordt gestreefd naar het behoud en waar mogelijk naar versterking van de aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Van Goirle tot net voorbij Oisterwijk waren er in de 14e eeuw wel vier watermolens op de Leij gelegen (In Goirle, Broekhoven, Heukelom en Oisterwijk). Voor een doelmatig functioneren van deze watermolens zijn er dwars op de beek lage dijken gelegd om zo water op te kunnen stuwen en is de beek verlegd naar de rand van het beekdal. Het voordeel van dit systeem was dat de weilanden werden bemest met voedselrijk water en slib. Het nadeel wa,s dat het land ook als er vee werd geweid onder water kon worden gezet. Er is nadrukkelijk gekozen voor een inrichting als vloeiweide voor de Poppelsche Leij op het nieuwe landgoed De Breedijken om het historische onderscheid tussen de opgeleide beek (de Poppelsche Leij) en een natuurlijke beek (de Rovertsche Leij) blijvend zichtbaar te maken.
  • Beleving van de beek. Met het optillen van de beekbodem en het inrichten van een vloeiweide worden de beek en het water weer zichtbaar en beleefbaar. De nieuw ingerichte Poppelsche Leij behoudt zijn plek aan de rand van het beekdal. Daarmee blijft een stukje historie zichtbaar. Dat is belangrijk omdat de watermolens zijn afgebroken (die in Goirle in 1903). 
  • Waarde voor flora en fauna. De vloeiweide loopt langzaam af richting de Poppelsche Leij en zal dus afhankelijk van de hoeveelheid water die door de beek moet meer of minder onderlopen. Daardoor ontstaat een uitgestrekte gradiënt van nat naar droog waardoor er voor planten in een relatief gering gebied een grote variatie aan groeiplaatsen is. Hiervan zullen vooral nichespecialisten dankbaar gebruik van maken. Een grotere variatie aan groeiplaatsen betekent ook een grotere variatie aan meso- en macrofauna. Door de brede elzensingels worden er nog meer overgangen gecreëerd. De elzensingels geven dekking, schuilgelegenheid, windluwte voor insecten als libellen, vlinders en bijen, en nestelplaatsen voor vogels en ook voedsel voor allerlei soorten. Daarnaast hebben de elzensingels ook een landschappelijke functie. Ze compartimenteren de ruimte en leiden het zicht over het vloeiveld.

 

 

 

 
 
  Boute Ecologie & Water Advies  
BEWA | Singelstraat West 2 | 6107 BV Stevensweert | M 06-23232172 | martin@boute-ecologiewateradvies.nl