De verbinding tussen aquatische eco( toxico) logie, waterkwaliteit en natuurontwikkeling |
||||
Onderzoek Westpolderplas en helofytenfilter (Etten-Leur)De gemeente Etten-Leur heeft in 1997 een plas gegraven voor zandwinning: de Westpolderplas. Sinds het voorjaar van 2001 is deze plas gedeeltelijk in gebruik als zwemplas. Het overige deel heeft de functie natuur. In de zomer van 2006 zijn cercariën in de plas aangetroffen en waren de bodem van de plas en het strand sterk vervuild met vogelpoep. Gedurende het zwemseizoen van 2007 zijn meer problemen ontstaan in de plas. Eind juli werden er opnieuw cercariën aangetroffen in het natuurgedeelte van de plas, half september werden er blauwalgen aangetroffen en is er een bacteriologische verslechtering van de waterkwaliteit waargenomen.
Gemeente Etten-Leur heeft DHV opdracht gegeven voor een onderzoek aan de Westpolderplas en het geven van aanbevelingen voor een (structurele) aanpak van het probleem.
Het doel van het onderzoek is een oplossing te zoeken voor de volgende problemen in de Westpolderplas:
Mijn inbreng bestond uit het geven van advies over te nemen maatregelen naast inbreng in de rapportage.
Uit het onderzoek bleek onder andere dat het helofytenfilter niet (meer) aangesloten was door een te laag peil. Van een zuiverende werking is dus geen sprake. Daarnaast zijn de nutriëntconcentraties in de plas te laag voor het bewerkstelligen van een verdere verlaging van de concentraties door het filter. Vraag van gemeente was of het helofytenfilter weer aangesloten moest worden op de Westpolderplas met als doel het zwemgedeelte door te spoelen of dat het filter juist een bron van “verontreinigingen” is voor de plas waardoor een andere doorspoelconstructie nodig is.
Hiervoor heb ik een advies opgesteld waarbij ik de waterkwaliteit voor en na het helofytenfilter in relatie tot de hele plas geïnterpreteerd heb. Daaruit kwamen de volgende conclusies:
- Het helofytenfilter heeft invloed op de waterkwaliteit in de plas. Het gaat om een input van (organisch) materiaal in de waterkolom. Daarbij gaat het om bijvoorbeeld afbraakproducten, slibdeeltjes, algen en afgestorven plantenmateriaal (d.i. zwevend stof toename). Dit materiaal wordt langs natuurlijke weg afgebroken (d.i. te zien aan de hogere waarden van de BZV/CZV). Het is een proces dat zuurstof vraagt en vandaar de lagere zuurstofwaarden in het uitstroomwater van het helofytenfilter. Juist in de zomer, bij hoge temperaturen en als de afbraakprocessen op volle toeren draaien, vraagt dit afbraakproces extra zuurstof. Afbraak van organisch materiaal tot zijn bouwstenen (mineralisatie) geeft een toename te zien van het totaal aan stoffen (ionen) in het uitstroomwater (geleidbaarheid).
- Het filter heeft geen zuiverende werking als het gaat om voedingsstoffen. Concentraties plantbeschikbare voedingsstoffen zijn zo laag, dat een helofytenfilter geen reducerende werking meer kan hebben.
- Het filter heeft geen zuiverende werking voor (organische) microverontreinigingen als zware metalen, PAK’s, PCB’s en bestrijdingsmiddelen. De aanname is gedaan, dat de concentraties van die verontreinigingen laag zijn.
- De bacteriologische kwaliteit van het water dat uit het filter komt is goed. Het filter vormt geen bron van bacteriologische besmetting van het zwemgedeelte. Het risico op besmetting met cercariën (via slakken, vogels of anderszins) vanuit het helofytenfilter blijft aanwezig. Dit kan voorkomen worden door:
1. het filter af te koppelen en verder intact te laten als leef- en foerageergebied voor vogels en andere fauna. Daarnaast maakt het de plas aantrekkelijker voor recreanten en omwonenden;
2. de inrichting van het filter onaantrekkelijk te maken voor slakken, vogels en andere fauna. Hiervoor moet het filter ontdaan worden van vegetatie (riet en waterplanten). De organische vervuiling rond het uitstroompunt zal voor een belangrijk deel verdwijnen. Het filter blijft in gebruik als doorspoelinstrument voor het zwemgedeelte. Deze optie vereist frequent beheer;
3. het filter volledig op te ruimen cq. af te koppelen en de pomp inzetten voor circulatie van het zwemgedeelte;
4. het filter volledig op te ruimen en integraal te betrekken bij de plas (oppervlak en volume worden groter). De pomp wordt ingezet voor circulatie/verversing van het zwemgedeelte wanneer gewenst.
5. het filter af te koppelen en te dempen.
Mijn advies gaat uit naar optie 4. Oppervlakte en volumevergroting dragen bij aan een stabieler ecosysteem en een toename van
het zelfreinigend vermogen. Dit is goed voor de veerkracht van het systeem en komt de waterkwaliteit ten goede. Voor
betrokkenen en omwonenden zal deze optie kunnen rekenen op de meeste draagvlak. De gemeente is hieraan tegemoet
gekomen en heeft het filter verwijderd.
|
||||
BEWA | Singelstraat West 2 | 6107 BV Stevensweert | M 06-23232172 | martin@boute-ecologiewateradvies.nl |